Skip to main content
Schubertsingel Den Bosch
20 april 2023

Architectuur is geen esthetische opgave | een interview met Bas van Mierlo

Het was liefde op het eerste gezicht voor de architecten van Houben / Van Mierlo: het gebouw aan de Schubertsingel in ’s-Hertogenbosch. Het voormalig kantoorgebouw van Rijkswaterstaat uit 1977 is een stoer pand – je zou het brutalistisch kunnen noemen. De opdrachtgever vroeg om een transformatie naar woningen. Geen eenvoudige opgave. Maar het paste wel goed in de vernieuwde visie van het architectenbureau over hun rol als architect. Van Mierlo: “Ons dogma gaat niet over architectuur maken, maar over regisseren en oplossingen vinden. We zoeken naar de beste wijze om een programma goed in de stad te nestelen. Dat is bij dit gebouw zeker gelukt.”

“Na twintig jaar samenwerking hebben Jelle en ik wel een andere visie op het vakgebied dan toen we begonnen”, vertelt Van Mierlo. Samen met Jelle Houben startte hij net na de eeuwwisseling het architectenbureau Houben / Van Mierlo, op dit moment gevestigd in de stad waar beiden studeerden: Eindhoven. “Het begon als een jongensdroom: een bureautje in Eindhoven. Na tien jaar samenwerking was het tijd om even stil te staan bij onze ambitie. We hebben toen samen met een coach onze nieuwe strategie ontwikkeld: mensplek-aarde. Met dit dogma raken we alle thema’s die voor ons belangrijk zijn. We bouwen voor mensen, zoeken naar locatiegebonden oplossingen en zullen altijd de grote onderwerpen die voor ons vakgebied van belang zijn meenemen in het ontwerp. Denk bij dat laatste aan circulariteit, duurzaamheid, materialen en energie. Architectuur als esthetische opgave? Nee, zo zien we dat niet meer.”

Schubertsingel Den Bosch

Schubertsingel

De nek omgedraaid

Houben / Van Mierlo werkt aan uiteenlopende projecten: nieuwbouw, bestaande bouw, transformatie. Daar waar Jelle zich meer richt op de landschappelijke gebiedsontwikkelingen, is Bas degene die de projecten rond binnenstedelijke gestapelde woningbouw naar zich toetrekt. Zo kwam ook een aantal ‘kolossen’ op het pad van het bureau: gebouwen uit de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, die onder de stroming van het brutalisme zijn te vangen. Betonnen structuren, vaak met een robuuste gevel van grindbeton.

Acht jaar geleden pakte Houben / Van Mierlo samen met diederendirrix uit Eindhoven het ‘lelijkste gebouw van ’s-Hertogenbosch’ aan: het voormalig kantoorgebouw van het Brabants Dagblad uit 1977 werd getransformeerd naar woningen. “Dat was een brute ingreep aan een brutalistisch gebouw”, vertelt Van Mierlo. “De geleding was horizontaal, met banden van grintbeton. Nu heeft het gebouw een verticaal gelijnde gevel: al het brutalisme is verdwenen. Dat was de uitdrukkelijke wens van de gemeente: om het gebouw de nek om te draaien.” De rigide kolomstructuur van het gebouw gaf de mogelijkheid tot transformatie, maar om de nieuwe gevel een vriendelijke vorm te geven moest er flink in de vloeren worden gezaagd. “Dat zou ik waarschijnlijk nooit meer zo doen”, zucht Van Mierlo, al is de ambitie geslaagd en is het gebouw nu een fijne woonplek in de binnenstad.

Best een bijzonder ding

Een andere betonkolos in ’s-Hertogenbosch kwam snel daarna op het pad van de architecten: het voormalige gebouw van Rijkswaterstaat aan de Schubertsingel in ’s-Hertogenbosch. “Best een bijzonder ding”, was de eerste indruk. De architecten waren er vaak genoeg langsgereden, maar op de een of andere manier stond het in de schaduw van het Provinciehuis aan de overkant en hadden ze het nooit goed bestudeerd. Het gebouw bestond uit een stevig basement met drie lagen bebouwing daarboven: een kelderbak met een betonconstructie met paddenstoelkolommen. De oorspronkelijke tekeningen werden bestudeerd en de mening over het gebouw veranderde al snel: “Een fantastisch ontwerp en super dankbaar om mee aan de slag te kunnen gaan”, zegt Van Mierlo enthousiast. “De opdrachtgever wilde één laag toevoegen, maar wij hebben daar nog een extra laag bij getekend. Daarmee creëerden we meer programma én architectonische en stedenbouwkundige kwaliteit voor het plan.”

Schubertsingel Den Bosch

Vijfstappenplan

Met een plan in vijf stappen werd het gebouw aangepakt. De eerste stap was de analyse van de tekeningen. “Het ging ons vooral om de structuur die niet zichtbaar was: de paddenstoelkolommen, de constructie met de uitkragingen. In hoeverre konden we die zichtbaar maken?” Vervolgens werd het woonprogramma in het plan getekend, als een carré met een binnenhof, met zowel huur- als koopwoningen. De derde stap was het uitwerken van de betonconstructie, bestaand en nieuw. Een belangrijke ingreep was om de vloer van het binnenhof te verlagen, zodat er een entree vanaf de straatzijde mogelijk was. Van Mierlo: “Nu lopen de bewoners onder de paddenstoelen door en voel je de brute structuur van het gebouw.” De vierde stap was om de ‘isolatie-technische lijnen’ goed te krijgen, oftewel de verduurzaming van het gebouw. Als vijfde stap werd de gevel aangepakt, om van een introverte betonnen sculptuur een open woongebouw te maken. “Verticaal gezien kan je het gebouw in drie delen zien: een zwaar basement, een hybride lijf en een lichte kroon”, vertelt Van Mierlo.

Schubertsingel Den Bosch

Rust in de gevel

De bijna wiskundige benadering van de gevel is een extra studie waard. De betonnen draagconstructie en de gevelgeleding spelen een spel in ritme en maat. Het solide basement is een tafelconstructie met stoere kolommen met ronde rillen, hart op hart 10 meter. Het deel met uitkragingen heeft een grid van 5 meter. Het lijf, dat bestaat uit drie bouwlagen, heeft een gevelstramien van 2,5 meter. De nieuwe kroon is een dubbele woonlaag met een gevelstructuur die nog een stap kleiner is: 1,25 meter. Van Mierlo: “De reactie van de Welstandscommissie was lovend: ‘… de aanpak laat zich lezen in de constructie…’ Voor ons een teken dat de aanpak goed was. Het ritme geeft rust in de gevel.” De aluminium puien liggen terug ten opzichte van de constructie en zijn deels te openen: voor de bewoners is er daglicht, uitzicht en een ingekaderde buitenruimte.

Onaantastbaar?

Veel is bewaard gebleven van de structuur en het karakter van het pand aan de Schubertsingel. Toch is dat niet voor elke stoere betonkolos de oplossing, stelt de architect. Houben / Van Mierlo zoekt bij elke opgave opnieuw naar de beste vorm binnen de opgave. Voor een pand in de binnenstad in Nijmegen is het bureau nu bezig met een scenario waarbij een deel sloop en een deel behoud wordt voorgesteld. “Het gaat niet over het mooi of lelijk zijn van een compositie, maar om de logica van het verhaal”, stelt Van Mielo. “Het zijn moeilijke gebouwen, slopen is lastig en transformatie ingewikkeld. Maar onaantastbaar? Als een ontwikkelaar het durft… Ontwerpers durven wel, dat is niet het probleem.” Over de Schubertsingel is Van Mierlo tevreden. Hij lacht: “Ja, daar ben ik best trots op. Dat mag ik toch wel zeggen? Architectuur is en blijft een mooi vak!”

Architect Bas van Mierlo
Bas van Mierlo
Houben / Van Mierlo
Het was liefde op het eerste gezicht voor de architecten van Houben / Van Mierlo: het gebouw aan de Schubertsingel in ’s-Hertogenbosch. Het voormalig kantoorgebouw van Rijkswaterstaat uit 1977 is een stoer pand – je zou het brutalistisch kunnen noemen. De opdrachtgever vroeg om een transformatie naar woningen. Geen eenvoudige opgave. Maar het paste wel goed in de vernieuwde visie van het architectenbureau over hun rol als architect. Van Mierlo: “Ons dogma gaat niet over architectuur maken, maar over regisseren en oplossingen vinden. We zoeken naar de beste wijze om een programma goed in de stad te nestelen. Dat is bij dit gebouw zeker gelukt.”

Colofon

Dit artikel werd gepubliceerd in deel twee van het boek 'De verbindende kracht van aluminium' (2023). Het boek viert de samenwerking in de bouwkolom. In interviews en trendartikelen geven onder meer architecten hun visie op de bouw, het bouwproces en de veranderingen die de bouw te wachten staan. Daarnaast is er onder meer aandacht voor hoogbouw, transformatie en herwaardering van erfgoed. 

Tekst: Caroline Kruit - Dax Creative Company

Fotografie: Dingeman Sarid en René de Wit