Skip to main content
Reynaers Aluminium ElementFacade 7.png

Een nauwkeurige plaatsing en correcte bevestiging van de gevelstructuur waarborgt de wind- en waterdichtheid van een gebouw. Daarom houden we de toleranties klein – max. 1 à 2 millimeter t.o.v. de nominale asmaat. Grotere afwijkingen kunnen namelijk zorgen voor een verminderde glasinsteek en een minder goede afdichting. Meer hierover leest u in paragraaf ‘II.2 Montagevoorschriften’ van de documentatie.

Montagevoorschriften

Vervorming uit het vlak

Gevels zijn blootgesteld aan windbelasting - druk- en zuigkrachten op de gevelstructuur. Deze krachten veroorzaken vervorming van de gevel uit het vlak, wat leidt tot spanningen op de beglazing en het risico op glasbreuk verhoogt.

Om dit te beperken, mag de maximale doorbuiging onder windbelasting niet meer bedragen dan 1/200ste van de overspanning, met een absoluut maximum van 15 mm. Hoe stijver het systeem – oftewel hoe groter het traagheidsmoment I van de gebruikte profielen – hoe geringer de vervorming.

Bij grotere overspanningen kan een achterliggende draagconstructie worden toegepast, waarop de gevel wordt afgesteund. Bijvoorbeeld stalen kolommen met tussen aansluitende liggers. Let hierbij dan op dat de maximale vervorming wordt beoordeeld op het diepste punt van het gevelvlak. Zowel de kolom als de ligger kennen elk een afzonderlijke, toelaatbare doorbuiging. Echter, door hun koppeling resulteert de totale vervorming in een optelsom van beide.

Ter illustratie: wanneer een kolom 12 mm uitbuigt en de aansluitende ligger nog eens 8 mm, bedraagt de totale vervorming ter plaatse van het midden van de ligger 12 + 8 = 20 mm. Dit overschrijdt daarmee de maximaal toegestane waarde van 15 mm voor dat vlak.

Vervormingen bij vliesgevels

Vervorming in het vlak

Daarnaast kan vervorming in het vlak optreden. Door het eigen gewicht van het glas buigt het horizontaal profiel - de regel - door. Om te voorkomen dat de regel het glas in het vlak eronder raakt, is de maximale doorbuiging beperkt tot 3 mm, ongeacht de lengte van het profiel.

Een andere oorzaak van vervorming in het vlak is scheefstand van de gevelstructuur door het doorbuigen van de vloer. Het vliesgevelsysteem is namelijk gekoppeld aan de verdiepingsvloer - hangend of staand. Als die vloer doorbuigt, beweegt het gevelsysteem mee (zie figuur). In principe kunnen de profielen dit enigszins opvangen, maar er zijn grenzen. Door de slankheid van de profielen en ontwerpeisen aan bijvoorbeeld minimale glasdekking, is de ruimte (speling) tussen het glas en de neus van de stijl beperkt. Als die speling wordt overschreden, kan aan de ene kant de glasinsteek te klein worden en aan de andere kant het glas tegen het profiel aandrukken – met risico op glasbreuk.

In de documentatie (paragraaf 'IV. Racking on CW 50 / CW 60') zijn tabellen opgenomen waarin de maximaal toelaatbare vervormingen zijn weergegeven, afhankelijk van de hoogte-breedteverhouding van de vlakken (zie figuur). Een voorbeeld: bij een verhouding van 2:1 zal bij een hoogteverschil (regelverplaatsing) d;vert = 2 mm het glas bovenin δ;hor = 4 mm zijdelings verplaatsen.

Als de vervormingen van de constructie te groot blijken voor het gevelsysteem, is het belangrijk om samen met de bouwkundig constructeur naar een oplossing te kijken. Uiteraard kunnen wij daarbij als adviseur ondersteunen.

Vervormingen bij vliesgevels_2
Vervormingen bij vliesgevels_3

Meer weten?

Heeft u vragen over vervorming bij vliesgevels? Neem dan contact op met de adviseurs van de afdeling Support, bereikbaar via telefoonnummer +31 (0)492 - 56 10 31.