Skip to main content
Trudo Toren op Strijp-S
01 mei 2023

De kunst om van richting te veranderen | Interview met Floris Alkemade

De tijd van ‘innoveren binnen kaders’ is voorbij. We staan voor een grote omwenteling waarvoor we wetenschappelijke kennis moeten combineren met verbeeldingskracht. Dit is de tijd waarin de architect volgens Floris Alkemade het verschil kan en moet maken.

Floris Alkemade kreeg landelijke bekendheid door zijn onderscheidende rol als Rijksbouwmeester binnen het College van Rijksadviseurs. Mede door de publicatie ‘Panorama Nederland’ – waarin een toekomstperspectief voor de ruimtelijke inrichting van Nederland werd geschetst – werd de rol van het college op de kaart gezet. “Een boeiende wending van mijn carrière”, zo typeert Alkemade die tijd. “Als architect hield ik me natuurlijk al bezig met het vanuit visie en ontwerpkracht bouwen van de stad, maar als Rijksbouwmeester kon ik de achterliggende vraag zelf veel beter bestuderen. Als architect geef je namelijk de antwoorden, als Rijksbouwmeester zit je aan de kant waar de vragen geformuleerd worden.” Ook dat is vanuit zijn optiek een creatief proces. “Het klassieke patroon van architect wordt daarmee doorbroken, van de uitvoerende naar dat van de ‘denkende’ partij. Op die manier invulling geven aan het vertalen van maatschappelijke vraagstukken vergt ook creativiteit.”

Patronen doorbreken

‘Panorama Nederland’ wordt door Alkemade geclassificeerd als ontwerpend onderzoek. “We zeiden steeds tegen de opdrachtgevers: schakel ontwerpers in voordat je begint met het verwoorden van de opdrachten. Verken dat wat je wilt bouwen op de mogelijkheden om nieuwe wegen in te slaan. Dat is namelijk niet vanzelfsprekend. Opdrachtgevers gaan uit van de basisvraag en de beelden die zij kennen. Vragen stellen zij op basis van referenties en het verlangen risico’s uit te sluiten, waardoor er weinig ruimte is voor vernieuwing.” Terwijl we in deze transitietijd juist patronen moeten doorbreken, volgens Alkemade. “Een vastomlijnd kader werkt goed binnen een systeem dat op orde is, en die structuur heeft ons veel gebracht. Maar nu we steeds duidelijker een keerzijde van onze ingesleten patronen ontdekken, moeten we principes fundamenteel herzien. De hele bouwkolom en visie op stedelijke ontwikkeling moeten structureel veranderen naar een nieuw sociaal, technologisch en economisch concept.”

Verandering moet komen van integrale denkers

Dat de tijd van ‘innoveren binnen kaders’ voorbij is, schept veel onrust en weerstand. Maar Alkemade ziet daarin de lichtpunten opdoemen. “Achter de veranderingen die onrust en verzet oproepen, schuilt een heel mooie keten aan vernieuwingen, maar we moeten wel eerst door de pijn heen.” Dat is in zijn ogen voornamelijk een cultuurvraagstuk. “De verandering moet komen van integrale denkers; visionairs die niet sectoraal denken, maar integraal. Die kracht hebben wetenschappers, kunstenaars en ontwerpers. Zij zijn de specialisten in veranderingen. Door hun krachten te verenigen, krijgt de transitie gestalte. Daarbij vormt de wetenschap nieuwe inzichten vanuit het domein: wat kunnen we bewijzen? De andere helft van het verhaal is: hoe kunnen we die nieuwe inzichten anders verbeelden en realiseren? Daar zijn ontwerpers voor nodig. Hun verbeeldingskracht is essentieel om vertrouwde patronen te doorbreken.” En daarmee een inspiratiebron te vormen. “Je kunt namelijk pas naar iets verlangen als de contouren zich aftekenen”, meent Alkemade.

Strijp-S

Strijp-S

Cultuuromwenteling

Een cultuuromwenteling vraagt veel, ook solidariteit. Maar juist daar gaat het wel eens mank, volgens Alkemade. “We zien bijvoorbeeld dat de laagste inkomens de zwaarste lasten dragen voor het verduurzamen van de maatschappij, terwijl ze het minst verantwoordelijk zijn voor de uitstoot. Ik pleit ervoor om de lasten neer te leggen bij de mensen die ze kunnen dragen, niet bij de mensen zonder keuzevrijheid.” En… betrek iedereen erbij. Het idee dat mensen uit socialewoningbouwbuurten minder geïnteresseerd zijn in duurzaamheid, gaat volgens hem niet op. Het programma ‘Discussiëren kun je leren’ in Rotterdam-Zuid sterkte hem in die visie. “We organiseerden discussielessen voor lagere scholen. Met kinderen uit zeer verschillende culturele achtergronden ging ik in gesprek over klimaatverandering en verduurzaming, ondanks dat iedereen zei dat het te hoog gegrepen was. Het tegengestelde bleek waar: deze leerlingen hadden wel degelijk een mening over duurzaamheid, ze voelden zich verantwoordelijk voor de planeet en staan ook stil bij de gevolgen.” Het sterkte Alkemade in zijn mening dat we solidair moeten zijn, niet alleen binnen onze landsgrenzen, maar ook daarbuiten. “We worden namelijk niet allemaal in gelijke mate getroffen door klimaatveranderingen; over twintig jaar leven er 2,3 miljard mensen in gebieden die door klimaatveranderingen onleefbaar zijn geworden. Dat zijn voornamelijk de armste mensen op deze aarde, niet de mensen die verantwoordelijk zijn voor de klimaatverandering!”

Museum Kaap Skil

Museum Kaap Skil

Verandering is een must

Verandering is geen luxe, maar een must om de wereld te beschermen. Architectuur speelt daarin een belangrijke rol, zelfs al beschouwt Alkemade architectuur meer als een kunstvorm dan als wetenschap. “De geloofwaardigheid van de wetenschap moeten we koesteren en bewaren; vervolgens hebben architecten, maar ook de kunstenaars, de taak om verder te gaan waar de wetenschap stopt. Neem bijvoorbeeld de CO2- uitstoot. Vanuit de wetenschap weten we dat deze geminimaliseerd moet worden, maar het is de architectuur die daar invulling aan kan geven.” De vraag is: hoe kan de sector dat realiseren wanneer er tegelijkertijd een miljoen nieuwe woningen nodig zijn in Nederland? “Dat kan alleen als we veel meer aandacht hebben voor de materialisatie. Bijvoorbeeld door meer in hout te bouwen, omdat hout CO2 opslaat. Maar ook hergebruik van materialen zal bijdragen aan het terugdringen van de uitstoot.” Aan architecten de taak om daarmee aan de slag te gaan, want: “Door nieuwe materialen en technieken te omarmen zullen tevens nieuwe expressievormen ontstaan.”

Bouwen in het weiland is geen optie

Daarnaast vraagt Alkemade zich hardop af of er echt zo veel nieuwe woningen nodig zijn. “De Nederlandse bevolking groeit nauwelijks, en van de mensen die hier naartoe trekken verlaat driekwart ons land weer. De reden dat we al die woningen nodig hebben, komt voor een groot deel ook omdat de huishoudens verkleinen. Op dit moment bestaat veertig procent van de huishoudens uit één persoon, in de grote steden is dat inmiddels de helft. Een enorme hoeveelheid huizen waar maar één persoon in woont, en dan moet de echte vergrijzingsgolf nog komen.” Eén ding is zeker: bouwen in het weiland is voor hem geen optie. “We hebben acht miljoen woningen in Nederland. Als we de bestaande woonwijken met tien procent verdichten dan kunnen we al 800.000 woningen realiseren.” Vaak gehoorde tegenargumenten zijn: dat tast de bestaande stad aan, het kost meer en ‘waardevolle’ gebouwen gaan verloren. Maar al die tegenwerpingen kunnen volgens hem met een flinke korrel zout genomen worden. “Een deel van de naoorlogse woningen is het bewaren niet waard, niet vanuit architectonisch oogpunt, en technisch ook niet. Bovendien zijn veel naoorlogse wijken toe aan nieuwe toevoegingen. Je kunt wijken verdichten en tegelijkertijd meer groen toevoegen. Zet daar goede architecten op in – die zijn er voldoende in Nederland – dan kunnen we stappen zetten.”

Jan van Foreest

Jan van Foreest

Bouwen aan een nieuwe samenleving

Bouwen in de weilanden is bovendien minstens zo duur en tijdrovend door de procedures en de aanleg van nieuwe infrastructuur. “Wanneer je in bestaande wijken een extra laag op de stad legt dan kan al in een groot deel van de opgave worden voorzien.” En tegen iedereen die denkt ‘zijn er dan nog wel voldoende tuinen en gaat het niet ten koste van de ruimte?’ zegt Alkemade: “Van de 8 miljoen woningen in Nederland zijn er 5 miljoen gezinswoningen met een tuin, terwijl er maar 2,7 miljoen gezinnen met kinderen zijn. Dat is wel iets om over na te denken. We hebben bijvoorbeeld veel meer grondgebonden woningen dan omliggende landen en ook veel meer woonoppervlak per persoon. Zo heeft de gemiddelde Duitser 46 vierkante meter tot zijn beschikking, de Nederlander 56 vierkante meter. Ander voorbeeld: de stad Parijs telt 2,2 miljoen inwoners – exclusief banlieues en voorsteden – dat is net zo veel als in heel Noord-Brabant. We kunnen onze steden dus best met tien procent verdichten zonder kwaliteit te verliezen.”

Een andere benadering van de infrastructuur is dan wel essentieel. “Nu blijven we bouwen aan de rand van de stad, omdat de auto zoveel ruimte nodig heeft. Dat is eigenlijk idioot. Daar moet veel meer regie op komen. Bijvoorbeeld door de deeleconomie en deelauto’s te stimuleren. Er zijn dan veel minder parkeerplekken nodig. Zo ontstaan zeeën van ruimte voor sociale interactie en groen.” Van bezit naar gebruik vergt echter een sociale omslag en een verandering in ons waardestelsel. De vraag is: is de architect in staat om zo’n nieuwe samenleving te creëren of is hij slechts een pion in het spel van de machten? “Natuurlijk is hij de pion, maar natuurlijk zeg ik dat hij dat niet is”, lacht Alkemade. “Maar de architect is ook zeker niet machteloos. Zoals ik in het begin al aangaf: zorg dat je tijdig bij de opdrachtgever aan tafel zit, want alleen door vroegtijdig samen te werken kan je essentiële zaken veranderen. In die voorfase wordt de nieuwe samenleving namelijk geschetst. Dromen zijn geen bedrog, de droom van de ontwerper is het begin van verandering.”

Floris Alkemade
Floris Alkemade
Floris Alkemade was Rijksbouwmeester van 2015 tot 2021. De tijd van ‘innoveren binnen kaders’ is voorbij. We staan voor een grote omwenteling waarvoor we wetenschappelijke kennis moeten combineren met verbeeldingskracht. Dit is de tijd waarin de architect volgens Floris Alkemade het verschil kan en moet maken.

Colofon

Dit artikel werd gepubliceerd in deel twee van het boek 'De verbindende kracht van aluminium' (2023). Het boek viert de samenwerking in de bouwkolom. In interviews en trendartikelen geven onder meer architecten hun visie op de bouw, het bouwproces en de veranderingen die de bouw te wachten staan. Daarnaast is er onder meer aandacht voor hoogbouw, transformatie en herwaardering van erfgoed. 

Tekst: Katja van Roosmalen, MKB Journalist

Fotografie: Jan Buteijn, Hennie Raaymakers en Christian Richters